1999: Jesper Gronkjaer voorkomt rampseizoen van Ajax

Het programmaboekje van de finale tussen Ajax en Fortuna Sittard. - Foto: KNVB Media

Ajax beleeft in 1998/’99 een rampseizoen. De Amsterdammers worden slechts zesde in de Eredivisie en coach Morten Olsen is ontslagen. Onder Jan Wouters kan met de winst van de Amstel Cup het seizoen nog enigszins worden gered. Tegenstander is Fortuna Sittard, de angstgegner van dat jaar voor de Amsterdammers.

De Limburgers weten onder Bert van Marwijk Ajax twee keer te kloppen in de competitie. Vooral de 1-3 aan de hand van Mark van Bommel in Amsterdam is een historische overwinning. Ook winnen de Limburgers met dezelfde cijfers in de halve finale van het bekertoernooi van PSV.

Deen op snelheid

Vooraf heeft Ajax dus enige angst voor de tegenstander. In de problemen komt de ploeg echter niet. De snelheid van Jesper Gronkjaer geeft de doorslag. De jonge Deen wordt binnen het kwartier twee keer op snelheid de diepte in gestuurd. Beide keren omspeelt hij doelman Arno van Zwam en werkt hij de bal in het lege doel.
 
Het spel van de Amsterdammers is niet groots, maar desondanks houdt de ploeg eenvoudig stand. In De Kuip, vanwege de combiregeling slechts voor de helft gevuld, vieren de 6.500 meegereisde Ajax-supporters een bescheiden feest. De handen gaan vooral op elkaar voor Edwin van der Sar en Jari Litmanen. De legendarische spelers nemen met de Beker boven hun hoofd afscheid van de club die ze groot heeft gemaakt.

Statistieken

Ajax – Fortuna Sittard 2-0 (2-0).  12. Gronkjaer 1-0, 15. Gronkjaer 2-0.
 
Ajax: Van der Sar, Melchiot, Oliseh, De Cler, Rudy, Witschge, Litmanen, Hoekstra, Wamberto (26. Benni), Arveldze, Gronkjaer.
 
Fortuna Sittard: Van Zwam, Lee, Roest, Hofland, Hermans, Gesthuizen (52. Hamming), Paciorek, Kool, Bouma (72. Heering), Jeffrey, Simons.